Tatjana is al tien jaar zorgkundige. Sinds dit jaar werkt ze op Residentie Edelweiss in WZC Immaculata. Voor haar is het beroep van zorgkundige een echte roeping. “Ik besefte toen ik 15 jaar oud was al dat ik in een woonzorgcentrum wou werken.”
Dag Tatjana, veel collega’s van jou zeggen dat werken in een WZC een roeping is. Hoe voelt dat bij jou?
Tatjana: “Ik denk ook dat het een roeping is. Ik zei als kind al dat ik verpleegster wilde zijn. Ik heb ook een tijdje verpleegkunde gestudeerd maar dan ben ik gestopt omdat ik echt in het werkveld wilde stappen als zorgkundige.
Ik denk dat het ook meespeelt dat ik mijn overgrootvader en mijn beide overgrootmoeders nog gekend heb. Mijn overgrootmoeder is pas zes jaar geleden overleden en mijn overgrootvader heeft nog lang in een woonzorgcentrum gewoond. Elke zondag ging ik bij hem op bezoek. Dan ging ik met hem naar de cafetaria en bracht ik hem in de rolstoel terug naar zijn kamer.”
Heb je daarom ook bewust gekozen om te werken in een woonzorgcentrum?
Tatjana: “Ja, eigenlijk meteen toen ik voor zorgkundige studeerde. Toen ik 15 jaar oud was, deed ik ook al vakantiewerk in woonzorgcentra, voornamelijk in de logistieke hulp. Toen heb ik beseft – door er vaak te zijn – dat ik mij goed voelde in die omgeving.
Het belangrijkste aan de job blijft dat je het graag moet doen want de zorg is een heel specifiek domein. Toch vind ik het mooi dat ik met mijn enthousiasme en mijn manier van werken de job in de kijker kan zetten. Zorgkundigen zijn heel belangrijk. Zonder hen valt er een kloof in de keten van de zorgverlening. Wij zijn het eerste aanspreekpunt voor de bewoner. Als we iets zien of opmerken, geven we dat meteen door aan de verpleegkundigen. Bovendien hebben zij specifieke taken. Door er voor hen te zijn en samen te werken, ontlasten we de zorg en zorgen we ervoor dat de bewoners de beste zorg krijgen die ze zich kunnen wensen.”
Hoe ben je hier terechtgekomen?
Tatjana: “Dat vind ik een heel goede vraag (lacht). Ik werk al heel lang als zorgkundige. Begin dit jaar had ik gewoon nood aan een nieuwe omgeving. WZC Immaculata is in Edegem en omstreken toch nog steeds een begrip. Het is als zorgkundige bijna een eer om hier te werken. Je hoort enkel positieve verhalen over de zorg. Dat komt door de kwaliteit van zorgverlening en de vele activiteiten maar ook alle personeelsleden die zich dagdagelijks inzetten voor de goede zorg. Ik dacht dus ‘ik ga solliciteren en we zien wel of ik de kans krijg om daar te werken’. En zie nu, ik ben zorgkundige in WZC Immaculata.”
Zorgkundigen zijn heel belangrijk. Zonder hen valt er een kloof in de keten van de zorgverlening.
Wanneer besefte je dat die positieve verhalen waar zijn?
Tatjana: “Toen ik hier binnenstapte bij de sollicitatie (lacht). Je krijgt hier meteen een gevoel van warmte en geborgenheid dat je nergens anders voelt. Dat begint al met het positieve en lieve gedrag van de mensen van de administratieve diensten en de lach van Emilie aan het onthaal zal ook wel meespelen (lacht). Je voelt je meteen thuis vanaf het moment dat je binnenstapt en zeker als je op de residenties rondloopt. Toen had ik meteen het gevoel: hier hoor ik thuis. En dat gevoel heb ik vandaag nog steeds.”
Je bent hier nu enkele maanden. Wat is er zo speciaal aan WZC Immaculata?
Tatjana: “Voor mij zijn er veel elementen die het speciaal maken maar het gevoel dat het hier één grote familie is van bewoners, familieleden en personeelsleden is toch wel een belangrijk element. De bewoners zijn hier echt ‘onze’ bewoners, al behouden ze nog hun eigenheid. Ze worden behandeld zoals ouderen behandeld horen te worden. De mensen zijn hier geen nummers maar worden echt met de naam aangesproken en dat geldt ook voor de personeelsleden. Er wordt geluisterd naar de wensen van iedereen.
Het belangrijkste woord vind ik dus eigenlijk: familiegevoel. Als je hier binnenloopt, kom je meteen in een zeer sfeervolle, rustige en huiselijke sfeer terecht. De vriendelijkheid vanaf de ingang tot de residenties is uniek. Je kan iedereen aanspreken en iedereen antwoordt met een lach en op een vriendelijke manier terug. Bovendien werkt iedereen hier niet aan 100 maar aan 200 %. Ik vind het enorm knap dat iedereen – van het zorg- en animatieteam tot de administratieve diensten en de keuken – elke seconde van de dag met heel veel gevoel en vriendelijkheid komen werken om op die manier de bewoners in de laatste periode van hun leven de zorg te geven die zij verdienen. Ik probeer elke dag mensen te informeren hoe goed het hier is, zowel voor de residenten als de personeelsleden. Ik heb zelfs al een vriendin overtuigd om hier te komen werken en dat zal ik blijven doen. Iedereen in de zorgsector mag weten dat WZC Immaculata uniek, wonderlijk en zorgzaam is.”
Nog een pluspunt aan je job, je werkt maar één weekend op drie.
Tatjana: “Inderdaad. Ik ken niet veel woonzorgcentra waar ze het klaar krijgen om je echt één op de drie weekends te laten werken. Vaak is dat één keer om de twee weekends of zelfs elke week, bij gebrek aan personeel. Hier wordt er echt op voorhand gebrieft welke weekends je hebt zodat je dat ook ideaal kunt plannen. Als je elke weekend moet inspringen, word je op een gegeven moment echt depressief.
In de andere woonzorgcentra waar ik werkte, deed ik vaak extra weekends. Op een gegeven moment ben je eigenlijk enkel nog aan je job aan het denken en eigenlijk is dat helemaal verkeerd. Dat voel ik nu ook maar het is enorm moeilijk om dat op dat moment te beseffen. Privé is zó belangrijk om je werk te blijven doen. Door hier te werken, kan ik tijd spenderen met mijn partner en mijn drie kinderen. Zij zijn het belangrijkste in mijn leven en ik heb heel vaak dingen moeten opgeven voor mijn werk. Dat moet ik hier niet meer doen en dat maakt een groot verschil in hoe ik me voel.”
De werk-privébalans is dus beter hier.
Tatjana: “Het klinkt misschien raar maar dat er echt geluisterd wordt en de organisatie rekening houdt met jou als persoon en niet als cijfer of werkkracht, is volgens mij de allergrootste troef die WoonZorgNetwerk Edegem als werkgever te bieden heeft. En er zijn hier ontzettend veel troeven, van de grote tuin tot grote activiteiten.
Bovendien moet ik momenteel ook geen nachten doen. Met drie kinderen is het heel moeilijk om nog activiteiten te doen overdag en dan nachten te werken. Ik apprecieer het dan ook dat ze echt rekening houden met mijn persoonlijk schema wanneer ze me inplannen. Dat maakte me rustig en dat straal ik ook af op de residenten. Hoe rustiger ik ben, hoe rustiger de residenten ook zijn. Ik denk dat zij liever een positieve en lachende persoon voor zich hebben dan iemand die steeds zucht en agressief reageert. Dat is een belangrijke afweging die een organisatie moet maken. Als je iedereen snel uit bed haalt en aan tafel zet met het opzet dat ze moeten eten, dan gaan ze niet zo gelukkig zijn. Als ze aangeven dat ze willen blijven liggen en later willen eten. Dan kan dat bij ons.”
Door hier te werken, kan ik tijd spenderen met mijn partner en mijn drie kinderen. Zij zijn het belangrijkste in mijn leven.
Je zegt dat er geluisterd wordt naar residenten maar ook naar personeelsleden. Op welke manier is dat het geval?
Tatjana: “Een voorbeeld daarvan is dat ik aan mijn diensthoofd heb gevraagd of ik elke woensdag een korte vroege kan doen en dan wordt er echt gekeken of dat mogelijk is. Dat apprecieer ik enorm. Als er shiften opgevangen moeten worden, dan komen we er wel onderling uit met de collega's. Dat is wat een team een sterk team maakt.
Bovendien is in mijn opinie de multidisciplinaire communicatie belangrijk. Bij ons gebeurt dat op een assertieve maar zeer correcte manier. Ik vind dat dat heel goed bij mij en het team past. Je kunt heel eerlijk zijn en eigenlijk alles zeggen wat je wilt. Er wordt geen blad voor de mond genomen maar het gebeurt altijd wel op een correcte, constructieve manier. Daarom zeg ik ook dat samenwerking en vertrouwen belangrijk is. Dat is op onze residentie echt wel een kernwaarde. We zijn allemaal professionals die willen samenwerken om de residenten een uitstekend gevoel te geven. De residenten staan centraal en het is aan ons om de communicatie open en duidelijk te houden zodat iedereen weet wat men moet doen op de werkvloer. Op Residentie Edelweiss is dat een geoliede machine.”
Je zegt dat je team een sterk team is. Hoe uit zich dat in de praktijk?
Tatjana: “De zorg is openminded en naast de multidisciplinaire communicatie waarover ik het daarjuist had, is er gewoon een hele leuke sfeer. Hier heerst een familiegevoel, ook bij ons. We maken plezier samen, lachen met elkaar en kunnen verhalen vertellen aan elkaar, los van het werk. Uiteindelijk spendeer je meer tijd op je werk dan thuis dus je collega’s weten wel veel. Bovendien vind ik ook dat Karine, de hoofdverpleegkundige, een pluim verdient. Zonder haar zou dat allemaal niet mogelijk zijn.
Zij zorgt ervoor dat we op elkaar kunnen vertrouwen en kunnen samenwerken, want iedereen heeft zijn of haar eigen kwaliteiten. Ik kan bijvoorbeeld veel beter zijn in het administratieve gedeelte of het computerwerk maar er zijn collega’s die beter praten met en luisteren naar residenten, het verzorgen van bewoners of het begeleiden van maaltijden in de eetzaal. In de zorg moet je kunnen samenwerken om samen het gemeenschappelijk doel te bereiken: de ultieme zorg voor de resident.”
Als ik je hoor spreken, ben je wel een heel enthousiaste.
Tatjana: “Ik ben altijd vrolijk. (lacht). Ik heb net als iedereen periodes waarin ik mij gelukkiger voel dan andere periodes maar ik ben gelukkig dat ik hier zorgkundige ben. Zeker naar de residenten, familieleden en personeelsleden blijf ik altijd vriendelijk en enthousiast. Dat zou ik zelf ook willen als ik later in een woonzorgcentrum verblijf. De residenten houden ervan als ik lach en ik hoor dat vaak. Ze zeggen dan: ‘Ah, daar is ze. Ze lacht weeral, dat is een goeike’. Dat doet wel iets met mij. (lacht)
De bewoners kunnen tegen mij zeggen wat ze willen. Als ze zich niet goed voelen, dan kunnen ze dat ook zeggen. En af en toe mogen ze zeker ook hun frustratie of gevoelens uiten. Als we als team staan voor assertieve en duidelijke communicatie tegen elkaar, moeten we dat ook kunnen waarderen van de bewoners. Het is dan onze taak om daarmee bezig te zijn. Dan ga je samenzitten met de bewoner en doe je een praatje. Op die manier zorg je voor rust in het hoofd van de bewoner en van jezelf. Tonen dat je er bent voor de bewoner is zo belangrijk.
Op andere plaatsen wordt vaak gezegd: ‘We geven het door of we lossen dat op’ om dan uiteindelijk niets te doen. Dat vind ik frustrerend. Een probleem hoor je aan te pakken en – al dan niet disciplinair – op te lossen. De residenten zijn hier de prioriteit. Ze wonen hier en ze vertrouwen erop dat je er voor hen bent. Ik vind het dan erg dat je er niet mee zou bezig zijn. Ik zou zelf als oudere persoon dat ook belangrijk vinden, dat er naar mij geluisterd wordt. Als ik kaas zou willen tussen mijn boterham, wil ik ook kaas en geen vlees. Gelukkig wordt in WZC Immaculata met alles rekening gehouden, van het beleg op de boterham tot het moment waarop residenten willen opstaan. Elke keuze wordt gerespecteerd.”
Je job lijkt meer dan een job voor jou. Het is bijna een hobby, een passie.
Tatjana: “Daarop zeg ik volmondig: ‘ja!’. Al moet ik zeggen dat ik als zorgkundige de voorbije jaren ook wel moeilijke momenten heb gehad. Soms nam ik het zelfs mee naar huis nam en had ik mijn leven niet meer in handen. Zo zie je maar wat een verschil een werkplek maakt. WZC Immaculata heeft mij de kans gegeven om de job die ik zo graag doe terug een nieuw leven in te blazen. Ik heb als zorgkundige de mooiste job in de wereld, dat besef ik hier meer dan ooit.”