In woonzorgcentra schrijven huisartsen psychoactieve medicatie voor tegen geestelijke gezondheidsproblemen zoals verwardheid, onrust of gedragsproblemen bij dementie. Maar medicatie is maar één van de mogelijkheden in de behandeling van zulke aandoeningen. Gelukkig maar, want ouderen zijn gevoeliger dan andere bevolkingsgroepen voor ongewenste neveneffecten van deze geneesmiddelen, zoals verminderde levenskwaliteit of verhoogde kans op vallen. We spraken met medewerkers van WoonZorgCentrum Immaculata in Edegem en woonzorgcentrum Filfurdo in Vilvoorde.
Zowel in Immaculata in Edegem als in Filfurdo in Vilvoorde ligt het gebruik van psychoactieve middelen opvallend laag. Zij geloven sterk in een integrale manier van werken waarbij samenwerking tussen huisartsen en zorgpersoneel centraal staat, evenals het maximaal aanbieden van zinvolle activiteiten. Het resultaat is een betere levenskwaliteit voor bewoners en een fijnere werkomgeving voor het personeel.
Minder medicatie is meer welzijn
WZC Immaculata van WoonZorgNetwerk Edegem is een voorziening waar huisartsen opvallend minder antidepressiva en antipsychotica voorschrijven. Dit zijn twee veelvoorkomende geneesmiddelen voor de behandeling van geestelijke aandoeningen. Patrick De Voogt is coördinerend raadgevend arts (CRA) in WoonZorgCentrum Immaculata: 'Om goed te begrijpen hoe de vork aan de steel zit, moet je de organisatie van woonzorgcentra kennen. Ik ben al sinds 1993 betrokken bij de medische organisatie van het woonzorgcentrum. Er komen meer dan zestig huisartsen in ons woonzorgcentrum voor pakweg 180 bewoners. De regelgeving laat toe dat ik als coördinerend arts mijn rol heb, maar ik mag mij eigenlijk niet mengen in de relatie tussen huisarts en patiënt. De zogenaamde therapeutische vrijheid is een heilig principe. Ik overleg wel regelmatig met alle huisartsen. Zo heb ik ingevoerd dat iedere bewoner bij opname een herevaluatie van zijn medicatiefiche krijgt. Ofwel verhuist de nieuwe bewoner van thuis ofwel komt die via het ziekenhuis. In beide gevallen blijkt het zinvol te zijn om wat voorgeschreven is aan een controle te onderwerpen. Zes weken na opname doen we dat opnieuw. Met zestig artsen op één lijn geraken over medisch beleid is niet vanzelfsprekend. De rol van de CRA is vastgelegd in het woonzorgdecreet.'
Ook huisartsen zijn tegenwoordig overbevraagd en het is comfortabel als er in de woonzorgcentra een copiloot meekijkt of we goed blijven vliegen in het belang van de passagiers, de bewoners dus.
'Maar er zijn elementen waar je meer invloed op hebt. De impact van het verpleegkundig personeel op de behandeling en het al of niet voorschrijven van geneesmiddelen door huisartsen is zeer groot. Daarom sensibiliseren we onze eigen medewerkers. We vertrekken van de gelijkwaardigheid tussen beroepsgroepen en stimuleren de mondigheid van ons verpleegkundig personeel. Het moet kunnen dat verpleegkundigen vragen hebben bij de behandeling van een huisarts. Ook huisartsen zijn tegenwoordig overbevraagd en het is comfortabel als er in de woonzorgcentra een CRA als copiloot meekijkt of we goed blijven vliegen in het belang van de passagiers, de bewoners dus. Leidinggevenden screenen we op deskundigheid. Dat speelt mee om bij de organisatie te komen werken, ondanks de schaarste.'
Alternatieven voor psychofarmaca
Een uitgesproken visie met accent op wonen en leven, in plaats van alleen op zorgverlening lijkt mee te spelen in de alternatieve manier van werken. Ilse Van Montfort is dagelijks verantwoordelijke bij Immaculata: 'Bij opname van bewoners nemen we de tijd voor een grondige analyse van de levensgeschiedenis. We maken een overzicht van wat de mensen interesseert en spelen er met ons vrijetijdsaanbod maximaal op in. Dat is eigenlijk niets nieuws, het is uitgesproken dienstverlening op maat, waarbij we vertrekken van de wensen en behoeften. Dat is een grondhouding die onze medewerkers zich eigen hebben gemaakt. Aan de voordeur van iedere woongelegenheid hangt bijvoorbeeld een kastje met voorwerpen en foto's die verwijzen naar waar iemand in zijn leven mee bezig was. Als wzc zoeken we echt heel actief naar alternatieven voor psychofarmaca. We zoeken een antwoord op de vraag waarom iemand onrustig of verward is. Soms is dat eenzaamheid of verveling. Het antwoord bestaat er dan in activiteiten op maat aan te bieden gericht op het levensverhaal van bewoners. We zetten hiervoor naast zorgmedewerkers vele andere kwalificaties in zoals gastvrijheidscoaches, een creatieve en muziektherapeut, bewegingstherapeut en het animatieteam. Er is bij ons altijd wel iets te doen. We hebben een permanente samenwerking met het Antwerps museum M KHA. Er zijn wisselende tentoonstellingen van kunstwerken die tijdelijk bij ons hangen. We trekken de buitenwereld naar binnen. We merken gewoon dat wie nuttig bezig is, veel minder gedrag vertoont dat als storend erváren kan worden.'
Uitgesproken dienstverlening op maat, waarbij we vertrekken van de wensen en behoeften van de bewoners. Dat is een grondhouding die onze medewerkers zich eigen hebben gemaakt.
'Medicatiegebruik heeft daarnaast te maken met de inzet van ander personeel dan verpleeg- en zorgkundigen. Onze raad van bestuur kiest voor een goede personeelsomkadering van paramedici en begeleidend personeel voor bezigheid en reactivering. Volgens mij is dat essentieel om het gebruik van psychofarmaca te reduceren.'
Hans Van Braeckel is expert zorg bij Immaculata: 'De rol van de verantwoordelijk verpleegkundigen is essentieel. We hanteren een visie van eigenaarschap, waarbij iedere medewerker verantwoordelijkheid krijgt en opneemt. We hebben een team van heel ervaren leidinggevenden dat de draagkracht van de medewerkers ondersteunt. Dat speelt mee bij het uittesten van alternatieven voor geneesmiddelen. Het is een permanente zoektocht naar het beste antwoord bij storend gedrag. Wat bij één bewoner werkt, werkt soms niet bij een andere. Eenzaamheid komt veelvuldig voor in de maatschappij en dat is bij ouderen niet anders. Nuttig bezig zijn is voor iedereen belangrijk, ook als je bijvoorbeeld dementie hebt en in een zorgcentrum woont.'
Patrick De Voogt: 'De betrokkenheid van de huisartsen en het overleg met de hoofdverpleegkundigen hebben geleid tot een afname in het voorschrijven van psychofarmaca. Het helpt dat de jongere generatie huisartsen meer kiest voor alternatieven dan voor medicatie. De cultuur en competentie van het volledige team dragen volgens mij bij aan de positieve verandering. De basis is dat er voldoende medewerkers zijn met de juiste competenties.'
Vergelijkbaar in Vilvoorde
Ook bij wzc Filfurdo in Vilvoorde is het gebruik van psychofarmaca laag. We zien veel gelijkenissen met het woonzorgcentrum in Edegem.
Lode Peeters is algemeen directeur bij Zorg Vilvoorde: 'In onze nieuwbouw en mee door de coronapandemie zijn we overgestapt naar acht kleinschalige wooneenheden. Door een vernieuwde arbeidsorganisatie zijn we onze zorgorganisatie de voorbije jaren tegen het licht gaan houden. Dat bracht een revolutie in de wijze waarop we nu werken. De schaal van de zorgorganisatie is voor ons een bepalend element: kleinschalige wooneenheden leiden tot een grotere betrokkenheid, meer autonomie en zorg op maat. Het matcht met de visie die we als zorgvoorziening nastreven.'
Aansluitend benadrukt Eva De Meyer, teamcoördinator in Filfurdo: 'De visie in dit domein is om vooral anders om te gaan met gedrag en dit te kaderen, niet op te lossen door te sederen. Daar door komen er geen vragen vanuit het personeel over medicatie voor bepaald gedrag.'
Luc De Munck is CRA en tevens bestuurslid van de huisartsenkring: 'We weten al langer dat we minder medicatieverbruik hebben voor psychofarmaca. Volgens mij is de samenwerking tussen directie, zorgpersoneel en artsen essentieel. We letten erop gedrag niet te corrigeren door te "sederen" met medicatie. Bewustzijn creëren bij het personeel leidt ertoe dat we aan huisartsen bijna nooit vragen om bewoners te sederen, met uitzondering van slaapmedicatie. Medicatie mag nooit de eerste reflex zijn bij "storend" gedrag. Als CRA heb ik geen eigen patiënten. Ik ben vlot bereik baar en door mijn functie in de huisartsenkring heb ik wel wat vrijheidsgraden. Ik merk trouwens dat huisartsen minder beschikbaar zijn en dat ze blij zijn dat de CRA vaak oplossingen zoekt. Ik ken de bewoners allemaal en met het team kunnen we een langetermijnbeleid uitwerken. Er is wel eens discussie met de huisarts van de bewoner. Maar dan spreken we dat als professionals uit. We werken nu met dertig huisartsen voor 173 bewoners.'
BelRAI en veranderende rollen
Ann Verhaeren is directeur bij Filfurdo: 'Door de introductie van BelRAI, een nieuwe manier om de zorgnood van bewoners te beoordelen, combineren we de inschaling met inhuizingsgesprek ken die we binnen acht weken na opname doen. Dat zit nu in een opstartfase en vraagt daardoor wel wat tijd. Op termijn denk ik dat dit een verbetering zal zijn, wellicht ook in het zoeken naar de bes te benadering volgens ieders behoefte. Structureel kan dit tot minder gebruik van psychoactieve medicatie in woon zorgcentra leiden.'
Luc De Munck: 'En ook bij ons speelt de rol van onze eigen medewerkers heel erg mee. Als een huisarts medicatie start, vragen we systematisch voor hoelang. Dat is de start-stop-methode, waardoor we chronische medicatie ver mijden als die niet nodig is. Onze medicatiesoftware ondersteunt dit proces en maakt het ons personeel makkelijker. De rol van de huisarts is in volle evolutie, en de woonzorgcentra en andere zorgberoepen zijn dat ook. Dat vraagt nieuwe manieren van samenwerken. Tenslotte streven we hetzelfde doel na: hoogstaande zorg voor bewoners in woonzorgcentra.'
Integratie, samenwerking en preventie
Het gebruik van psychoactieve medicatie in woonzorgcentra verlagen is een haalbaar doel dankzij een geïntegreerde werkwijze waarbij samenwerking, preventie en alternatieve therapieën centraal staan. Zowel bij wzc Immaculata als bij wzc Filfurdo is er een visie gericht op wonen en leven, gecombineerd met een sterke betrokkenheid van zowel artsen als verpleegkundig personeel. Dat is doorslaggevend voor het succes van hun werking. Dit leidt niet alleen tot minder medicamenten en een betere levenskwaliteit voor de bewoners, maar ook tot een evenwaardige professionele werkomgeving voor al wie in woonzorgcentra actief is.