“Mijn kleinkinderen stonden vroeger te juichen!”

Gepubliceerd op dinsdag 21 jan 2025 om 09:53

In de weekendeditie (18-19 januari 2025) van Het Laatste Nieuws verscheen een artikel over 'Ons appelkookboek'. Dat is een project van Museum E! in samenwerking met M HKA (Museum van Hedendaagse Kunst). Hieronder kan je het hele artikel lezen. 'Ons appelkookboek' is te koop aan 15 euro per stuk aan het onthaal van WZN Edegem. 

Ouderen met dementie prikkelen brein en hart met nostalgisch kookboek vol appelrecepten

Beignets, stoofappeltjes, rodekool met appel. Een groepje rusthuisbewoners uit Edegem heeft ‘Ons appelkookboek’ gemaakt, met allemaal recepten van vroeger. De geuren, smaken en handelingen prikkelen het brein, ook als dat wordt gestremd door dementie. Wij gingen appeltaart eten met Wiske (91), Justine (96), Hubert (95) en co, voor even weer de keukenprins(ses)en van vroeger.

Wiske (91) is de kampioen appels schillen zonder dat de sliert breekt. “Als dat lukt, mag je trouwen, beweerde men toen ik een meisje was. Ik zou nogal bruidegoms versleten hebben!”

Justine (96) geniet nog na van hoe haar appelpartjes onlangs lagen te stoven op een campingvuurtje in de recreatiezaal. “Mijn kinderen, mijn kleinkinderen én mijn sprinkhanen van achterkleinkinderen stonden er vroeger voor te juichen in mijn keuken.”

Er is de voorbije maanden veel geschild, gebakken, in beslag gedraaid en geproefd in WZC Immaculata in Edegem. Uit drie kookworkshops volgden recepten – handgeschreven! – en dus het kookboek. Maar – bij de geur van kaneel en vanillepoeder – schoten ook weer los uit de geheugens: de woorden, de stukjes levensverhalen, de samenhang die ze soms allang waren vergeten, want de meeste deelnemers lijden aan dementie. Het boek komt net van de drukker als wij mogen aanschuiven voor koffie en – natuurlijk – appeltaart en gaat de tafel rond met veel ooh’s en aah’s en verwondering.

Bij ons op de hoek, aan het weggetje langs de wei naar het bos, stond een boom. Geen appelboom, het was de kuskesboom! Olala!

Justine (over de illustraties): “Heb ik dat appeltje getekend? En kijk die foto, toen was ik nog zo jong! Mijn familie gaat fier zijn. Want bakken dat ik kon. Met een beetje bloem, een beetje suiker. Hmm.” De foto dateert van een paar maanden geleden, maar Justine gaat door. “Ik heb jaren gewerkt bij bakkerij Goossens, tot de kinderen kwamen. Ik kookte veel en graag. Altijd kwam er volk mee aanschuiven. Het doet zeer dat ik dat nu niet meer kan. Ik weet niet eens meer hoe ik een pan moet vasthouden. Mijn tijd is voorbij.”

Wiske: “(veert op) Maar Justine! Je kunt nog genieten. Pak nog een stukje taart. Aan alles komt een einde. Zoals aan de appelschil.”

Justine: “Bij ons op de hoek, aan het weggetje langs de wei naar het bos, stond een boom. Geen appelboom, de kuskesboom! (hilariteit) Daar heb ik veel meisjes en jongens naartoe zien trekken, olala!”

Verhalen over (heel) vroeger

Veel verhalen gaan over heel vroeger, dat onthoudt het best. Soms wel met vertwijfeling over hoe lang ‘vroeger’ al geleden is. Taal, tijd, voortgang, samenhang... kunnen lastig zijn met dementie. Maar het loopt toch wel los. Dankzij een simpel appeltaartje.

Wiske vertelt dat ze verpleegster was in het Stuivenbergziekenhuis, tot ze kinderen kreeg. “Mijn dochters komen hier op bezoek. Maar mijn zoon is een grote Amerika-fan, die is naar ginder getrokken voor zijn werk. Wat doet hij er ook weer? (peinst en valt stil)

Maria (92): “Ik was de dochter van een biersteker. Ik heb heel mijn kindertijd flessen gespoeld en met bakken gesleurd. Ik liep altijd met blauwe schenen. Mijn pa en ma hadden geen tijd voor ons, maar met mijn tante mocht ik soms naar de Sinksenfoor en dan kregen we appelbeignets. Ik zit nu hier, op mijn eigen vraag, zo moet mijn dochter niet naar mij omzien, maar kan ze voor haar ventje zorgen.”

Olivia (90): “Hoe ouder je wordt, hoe meer het verleden naar boven komt. Dat vind ik.”

Hubert (95), getooid met een fiere bolhoed, is de muzikant van het gezelschap. Hij schreef een lied over appels. “Mijn grootmoeder bakte nog appels op de Leuvense stoof. Ik heb pas op mijn zestigste clarion leren spelen. Mijn vader speelde bugel, mijn dochter haalde de eerste prijs blokfluit, mijn kleinkinderen spelen piano en gitaar. Toen wilde ik ook. Voor mijn pensioen was ik stationschef, op de lijn 32 Hoboken-Polder-Hemiksem-Schelle-Niel. (fier) Het waren drukke stations, grote drommen arbeiders kwamen elke dag werken op de Metallurgie, bij Bell Telephone en Wolf. Nu zijn het gewoon haltes.” De bolhoed lijkt ineens een stationskepie. Hoe stukken herinneringen ineens ook wonderlijke tijdreizen zijn.

Maar het gaat hier ook over eenzaamheid, ook in het eigen hoofd. Over dat haperende brein – terwijl we stilaan de laatste kruimels oplikken uit de bordjes voor ons op tafel. Al wil het woord dementie bij niemand snel vallen.

Niks doen, aan niks denken

Justine: “Het is ook niet raar, dat het hierboven soms niet marcheert, ge moet hier niks meer doen. Gewoon wachten tot uw bord voor u op tafel staat.”

Wiske: “(knikt) Ge moet hier aan niks meer denken. Vroeger was dat van: ‘Die brief moet nog dringend weg.’ En nu? Niks. Dus wat kunt ge dan nog? Niks.”

Maria: “Mijn geheugen over vroeger is nog goed. Dat van vandaag durft al eens weg te lopen. Maar hier zijn geen gedachten meer nodig.”

Waarop Anneleen, de projectbegeleidster, zegt: “Maar ik zal jullie wel aan het werk houden, toch?” Er wordt geknikt door alle grijze hoofdjes.

Justine: “Maar soms is het moeilijk als er een persoon bij komt en die is rapper van tong dan gij. Dan vind ik soms ook de juiste woorden niet.”

Hubert: “(fel) Ge moogt u niet laten achteruitduwen! Ge zijt zoveel waard als een ander! En da’s soms moeilijk. Want ne mens denkt al rapper aan zijn donkere dagen dan aan de lichte. Als er iemand in de eetzaal zit die verdriet heeft, dan heb ik het gevoeld. Ik ben mede-lijdend. Ik vecht ertegen, want dat kan je ook in de put duwen. Er zijn momenten dat ook ik me slecht voel. Mijn vrouw was dement. Zij vroeg soms ook aan mij: ‘Wat komt gij hier doen, meneer?’ Dan ging ik snel naar de badkamer om te schreien en depte nadien mijn ogen met koud water, zodat ze niets zou merken. Want we hebben, op de eerste dag van ons huwelijk, een hele dag samengezeten om afspraken te maken waar we ons heel ons leven aan hebben trachten te houden. Zoals: ‘We gaan geen ruzie maken, want dan hebben we twee keer werk.’ En ook: ‘We gaan voor elkaar zorgen. Altijd.’ Ook dat heb ik proberen te doen.”

Justine: “(toch niet overtuigd) Er zijn ook momenten dat ik denk: ‘Wat heb ik daarstraks nu weer gezegd?’ Ik denk dat de meesten hier dat hebben. En ge moet het pakken zoals het komt.” Waarop ze drie keer na elkaar vertelt dat haar man vanmiddag aan het schaken is.

Maria schiet plots in een lang verhaal over de terugreis uit Benidorm met de bus, die de laatste zou worden met haar man na jaren van overwinteren in de zon, met zoveel details en gereconstrueerde dialoogjes dat er van geheugen- of taalverlies helemaal geen sprake meer lijkt.

Altijd optimist geweest, én gebleven

Het is een gezellige namiddag, iedereen is content. Alleen Mariette (93) zit al heel de tijd te zwijgen. Dan vraagt ze plots: “Zeg, is het binnenkort ook niet iets met appelbollen en worstenbrood?” Dat dat al gepasseerd is, spijtig. En dat ze slecht hoort, zegt ze, en ook zij soms vergeet. Daarom is ze nu een stille. “En zeggen dat ik op school vroeger altijd op mijn doos kreeg: ‘Mariette, zwijgen in de klas!’”

Wiske: “Maar ge moet optimist zijn, Mariette.”

Mariette: “Dat ben ik altijd geweest.”

Wiske: “Awel, dan blijven we dat hier ook.”

Projectleidster: “Families zeggen verbaasd: ‘En dát onthoudt moeder wel?’”

“Het kookboek maken was een goede manier om met elkaar te praten. Koken was – zeker voor deze generatie – belangrijk”, zegt projectleidster Anneleen Hendrickx van wzc Immaculata. “Dat opnieuw kunnen beleven, door ons project van de voorbije maanden, werkt ook verbindend. En of het allemaal soelaas bracht? Sommige bewoners hebben alle activiteiten hierrond wekenlang onthouden. Zeker als ze mij zien verschijnen, komt alles meteen terug en spreken ze me erover aan. Wat zo straf is voor sommigen, dat hun families verbaasd zeggen: ‘En dat onthoudt moeder dan weer wel?’”

“Dit gaat over hersenen uitdagen. Maar ook over gezien worden, over mensen in hun kracht zetten. Want voor ouderen, en al zeker voor mensen met dementie, wordt vaak alles gedaan en beslist over hun hoofden heen. We probeerden dat juist niet te doen met het maken van dit kookboek, dat kadert in een wereldwijd kunstproject rond de appel dat te zien was in het M HKA (het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen, red.) en met hun steun is uitgewerkt door het ontwerpduo Watson Memic. Maar dit is een werk van alle dagen.”

‘Ons appelkookboek’ is te koop aan het onthaal van wzc Immaculata, Oude Godstraat 110 in Edegem. Bestellen kan ook op immaculata@wznedegem.be. Het boek kost 15 euro, plus eventuele verzendkosten.