Werken en studeren tegelijk, het is maar weinigen gegeven. Combineer dat met een respectievelijke leeftijd van 59 jaar en je krijgt een zeer uniek verhaal. Jeannine zorgt voor dat verhaal, het vierde in onze reeks. Ze is verpleegkundige op Residentie Dahlia en studeert nog voltijds voor haar bachelor verpleegkunde. “Mijn familie heeft me overtuigd om er volledig voor te gaan en natuurlijk zijn ze apetrots op mij”
Dag Jeannine, wat is je taak als verpleegkundige?
Jeannine: “Mijn taak als verpleegkundige, Dat is eigenlijk een beetje van alles. We zijn met de mensen bezig en geven medicatie. We doen elke ochtend de zorgonderdelen en dat geeft ons een beeld van hoe de residenten zijn, wat ze voelen, wat ze denken en vooral waar ze nood aan hebben. Dat vind ik belangrijk.”
Je zegt dat er meer is dan het medische aspect. Wat bedoel je dan?
Jeannine: “In WZC Immaculata is ‘de zorg’ meer dan uitsluitend verpleegkundige taken uitvoeren zoals medicatie toedienen, parameters opnemen, wonden verzorgen …. Ik kom van een woonzorgcentrum waar ik enkel dat aspect van de job nog uitvoerde maar dan mis je het totale plaatje en het rechtstreekse contact met de residenten. Op een gegeven moment hadden we daar enkel nog tijd om parameters in te vullen. Er werd gekeken naar de vitale componenten zoals bloeddruk en hartslag maar dat was dan ook alles. Ik wist niet meer of de residenten verdrietig of goedgezind waren, terwijl dat in mijn opinie minstens even belangrijk is om te noteren als verpleegkundige dan alle andere parameters. Dat is ook meteen de reden waarom ik ben komen solliciteren. Hier is wel degelijk aandacht voor het totale ‘zorgplaatje’. Alles draait hier rond het algemeen welzijn van de resident en dat merk je aan alles. Ik ben blij dat ik hier als verpleegkundige op Residentie Dahlia kan werken.”
![](/file/imagecache/6I5oBRFjSScn7o2G5xMoMORu8TuKufvYNbW76vUIE3d/content/d9a57fd0-4bb4-4b0e-bcf5-333f3af56879/1527.jpg)
Wat maakt dan een verschil dat er in WZC Immaculata wel aandacht is voor die aspecten van de zorg?
Jeannine: “De inzet en de kwalitatieve vaardigheden van het personeel, net als de hoeveelheid verpleegkundigen per residentie. Er zijn heel veel woonzorgcentra waar er grote tekorten zijn aan zorg- en verpleegkundigen. Vaak is dat ook een vicieuze cirkel. Meestal heb je per afdeling minstens één verpleegkundige of zorgkundige maar vanaf dat één iemand wegvalt, moet iemand anders dat opvullen. Die moet opeens de job doen van twee personen dus staat ook onder immense werkdruk. Vervolgens komt die ook niet meer werken en voor je het weet, sta je als parttime verpleegkundige op vijf verdiepingen over en weer te lopen. Ik heb die situatie echt meegemaakt en ik kan je garanderen: dat is heel zwaar. In WZC Immaculata proberen ze hun uiterste best te doen om de werkdruk onder controle te houden om zo de aandacht te besteden aan het welzijn van de resident. Dat vind ik lovenswaardig, ook al zijn we in ons woonzorgcentrum natuurlijk – net als in alle andere woonzorgcentra en ziekenhuizen – wel op zoek naar goede personen om de jobs uit te voeren.”
Een band met de resident is zo belangrijk. Je kan volgens mij pas echt de juiste verpleegkundige conclusies trekken als je weet wie je voor je hebt zitten, als je de persoon echt kent en aanvoelt.
Je bent duidelijk blij om terug onder de residenten te zijn. Hoe belangrijk is een band met hen?
Jeannine: “Een band is zo belangrijk. Je kan volgens mij pas echt de juiste verpleegkundige conclusies trekken als je weet wie je voor je hebt zitten, als je de persoon echt kent en aanvoelt. Dat gaat niet als er geen tijd is voor de resident. Als je altijd tegen de bewoners moet zeggen : “Ik heb nu geen tijd want ik moet op die kamer nog insuline gaan toedienen, nog bestellingen doorvoeren en in de andere kamer nog iemand op het toilet gaan zetten …" dan ben je in mijn ogen maar de helft van job aan het doen. Je zit als het ware in een tunnelvisie. Nu moet ik dit doen, nu moet ik dat doen. Het is niet meer van mogen maar van moeten en dat houd je als verpleegkundige niet vol. Bovendien zorg je er op die manier ook voor dat je belangrijke dingen mist rond de resident.”
De residenten lijken wel heel belangrijk voor jou. Je straalt als je over hen praat.
Jeannine: “Ja sowieso, Dat zijn mensen die in je hart zitten. Als je ziet dat die het wat moeilijker hebben, dan ben je ook bezorgd. Dat is voor mij ook een onderdeel van ons takenpakket en ik ben blij dat ik hier echt een meerwaarde kan zijn voor de bewoners. Vroeger had ik geen tijd om naar alle verhalen te luisteren die zij te vertellen hebben en eerlijk gezegd deed me dat wel pijn. Als iemand stierf, dan was dat één van de zovelen. Hier heeft iedereen een naam: Jeanine, Diane, Jos … ze hebben allemaal mijn hart veroverd en ik zal elke dag klaarstaan om naar hun verhalen en bekommernissen te luisteren. Daar leef ik voor.”
Wanneer wou je verpleegkundige worden?
Jeannine: “Eigenlijk als kind al. Toen zei ik dat ik verpleegster wilde worden maar in die tijd was alles anders. Van thuis uit mocht ik dat niet worden en op die manier ben ik een totaal andere opleiding gaan volgen. Zo ben ik van opleiding eigenlijk gewoon een goudsmid. Het is maar op mijn 42ste dat ik beslist heb om mijn eerste opleiding als zorgkundige te volbrengen. Nadien ben ik meteen voor verpleegkundige gaan studeren in avondschool (HBO5) en nu studeer ik opnieuw om mijn bachelor verpleegkunde te behalen.”
Dat lijkt me wel zwaar om een studie op hogeschoolniveau en een job in de zorg te combineren.
Jeannine: “Ik heb altijd ‘mental food’ nodig. Ik moet iets kunnen bijleren om zo op elk aspect nog dieper bepaalde zaken te kunnen kaderen. Er is geen betere plaats dan de zorg om dat te doen want de zorg evolueert altijd. Zo zijn er elke dag nieuwe ontdekkingen in de wereld en dat interesseert mij gewoon heel hard. Daarnaast heb ik echt een ‘leerkriebel’ zoals ik het zelf noem. Na mijn studie als verpleegkundige in HBO5 en mijn vaste job hier in WZC Immaculata heb ik het studeren en bijleren even achterwege gelaten. Op die manier kon ik als moeder er thuis zijn voor de kinderen. Ik merkte al snel dat vanaf zij ouder werden, ik steeds meer iets begon te missen. Ik wou nog meer weten en nog meer kunnen. Toen heb ik tegen mijn familie gezegd: ik ga mijn bachelor verpleegkunde halen. De meeste mensen verklaren je gek als je dat zegt na je vijftigste maar mijn familie steunde mij meteen. Je weet op voorhand dat het drie lange en zware jaren gaan worden waarin je veel opofferingen moet maken. Ik ga heel graag met mijn kinderen eten en brunchen. Dat gaat nu natuurlijk niet meer en ik zie ook mijn kinderen veel minder dan voordien het geval was. Maar ook zij weten wie ik ben en wat ik wil doen en natuurlijk zijn ze apetrots op mij. Mijn familie heeft me overtuigd om er volledig voor te gaan, ook al is het soms ontzettend zwaar. Ik ben voltijds aan het werk en doe daarnaast nog een voltijdse opleiding ook. Ik heb de eerste twee jaar succesvol afgerond en volgend jaar doe ik mijn laatste jaar met vooral stages.”
Een disciplinair team is, geloof ik, de essentie van onze job, want we doen eigenlijk ieder een stukje om samen tot een groter geheel te komen.
Op je 59ste dat presteren. Dat is een zeer gewaagde keuze.
Jeannine: “Dat is ook zo maar je leeft maar één keer en ik wil er het maximale uithalen. Uiteindelijk bezie ik het ook anders. Dat studeren is mijn hobby. Ik zit liever achter boeken en in een klaslokaal dan achter mijn computer of tv thuis. Als mensen graag naar een serie op tv zien, waarom zou ik dan niet gewoon studeren als ik dat graag doe? Ik vind de zorg en in uitbreiding alle wetenschappelijke thema’s enorm boeiend. De zorg evolueert zo snel dat er zoveel onderzoeken zijn om je mee bezig te houden. Elk nieuw stukje dat je leert en opslaat in je brein zorgt ervoor dat je nog betere zorg kan bieden aan de residenten.
Een voorbeeld daarvan is BelRAI. Daar heb ik ook een examen voor moeten afleggen. Vijf jaar geleden had ik daar nog nooit van gehoord. Nu is het belangrijke evolutie binnen de gezondheidszorg. Met de BelRAI kan je over woonzorgcentra, ziekenhuizen en onder andere ook thuiszorg meteen bepaalde zaken van een resident zien. Zo weet je welke pathologieën die heeft, welke zorg hij of zij nodig heeft en van daaruit kan je de ultieme zorg verderzetten. Dat biedt zoveel mogelijkheden en zorgt voor nog meer kennis bij iedereen.”
Hoe hard steunt de organisatie jou in je studies?
Jeannine: “Enorm hard, al was het ook wel mijn grootste vraag toen ik hier kwam solliciteren. Ik heb meteen gezegd: die opleiding vind ik ontzettend belangrijk en die wil ik ook graag blijven doen. De residentie waar ik werk houdt daar heel veel rekening mee. Meer kunnen ze volgens mij niet doen. Zo weet ik dat ik geen enkele les op dinsdag moet missen omdat mijn rooster zo is opgebouwd. Daarnaast kan er ook geschoven worden tijdens de examenperiodes zodat ik zo weinig mogelijk vakantie moet aanvragen. Bovendien ben ik iemand die zich niet laat leiden door het laatste moment. Ik start meestal weken op voorhand met studeren en samenvattingen te maken. Ik ben ook niet meer van de jongste, dus ik onthoud veel minder snel dan de jonge veulens in mijn klas. Ik ben alleszins WZC Immaculata, mijn diensthoofd en al mijn collega’s enorm dankbaar dat ik deze kansen krijg en mag doen wat ik graag doe.
Ik moet ook eerlijk toegeven dat ons woonzorgcentrum dat bijleren en doorgroeien wel heel hard aanmoedigt. Je hebt hier echt de kans om je op te werken in een team. Zie maar naar Véronique (tweede artikel in deze reeks) die van verpleegkundige ook kon doorgroeien tot hoofdverpleegkundige. Daarnaast zijn er veel interne vormingen waar iedereen welkom is. Zo heb je vormingen rond mondzorg, wondzorg, omgaan met dementie, biografische dienstverlening … Ik ben lang niet de enige in het woonzorgcentrum die wilt bijleren. Er zijn er heel veel die dat doen. Sommigen – zoals ik – zien dat groot en gaan echt nog een studie voltooien maar anderen hebben genoeg aan het bijleren op de werkvloer. Dat vind ik leuk, iedereen krijgt kansen om te zijn wie hij of zij wilt zijn en doorgroeien wordt gestimuleerd.”
Wordt de evolutie binnen de zorg onderschat?
Jeannine: “Daar ben ik zeker van. Ik denk de meesten nog een beeld hebben van de verpleegkundige die samen door de gang wandelt met de resident en de wandelstok. Die tijden zijn totaal veranderd en de zorg is enorm geëvolueerd. Alles is gewoon veel professioneler geworden. Voor de resident staat er een heel team klaar. Dat team bestaat uit , verpleegkundigen, zorgkundigen, gastvrijheidscoaches, kinesisten …”
Hoe belangrijk is dat disciplinaire?
Jeannine: “Dat is, geloof ik, de essentie van onze job, want we doen eigenlijk ieder een stukje om samen tot een groter geheel te komen. Ook op school leren we veel over het multidisciplinair team en het belang daarvan. Belangrijk daarbij is dat we vertrekken vanuit de kracht van de bewoner. Wat kan die nog zelf doen? Welke vaardigheden bezit hij of zij nog? Hoe voelt de bewoner zich? Welke wensen heeft de resident nog? … Een mooi voorbeeld daarvan is het wassen. 20 jaar geleden werden de mensen echt volledige gewassen in woonzorgcentra (toen nog rusthuizen). Nu worden de residenten gestimuleerd om het zelf te doen.
We volgen ook alles secuur op met de kernvergaderingen en de ZIZ-vergaderingen. Daarbij bespreken we op regelmatige basis – wekelijks of tweewekelijks - de evolutie van onze bewoners via die BelRAI-schaal. Als er dan iets verandert, is meteen het hele multidisciplinaire team op de hoogte. Op die manier weet iedereen veel sneller en veel beter wat er verwacht wordt en hoe het met de residenten gaat. Er is een waakzaam oog van iedereen om de residenten te helpen. Of je nu zorgkundige bent, kinesist of een medewerker van de sociale dienst, iedereen is behulpzaam op zijn eigen manier en op zijn eigen domein.”
Tot slot: wat zijn voor jou de grootste kwaliteiten van WZC Immaculata?
Jeannine: “WoonZorgCentrum Immaculata is eerst en vooral een heel warm huis waar de bewoners altijd op de eerste plaats komen. Dat merk je al wanneer je hier binnenwandelt en langs het onthaal en de administratieve diensten passeert. Iedereen zegt je vriendelijk goedendag en helpt je waar nodig. Als je vergelijkt met andere woonzorgcentra, zie je niet meteen verschillen. De kamers zijn hier ongeveer even groot, er is ook tv op de kamer als je dat vraagt en de residenten worden elke ochtend gewassen maar toch is de sfeer hier totaal anders. Je voelt dat het veel huiselijker en positiever is. Ook bij ons in het team is de sfeer optimaal. Je merkt dat iedereen samenwerkt om zelfs in moeilijke momenten elkaar te helpen de beste zorg te geven aan de residenten. Naast de grote tuin ben ik altijd onder de indruk van de vele activiteiten die hier in huis georganiseerd worden. Zo werd ik helemaal weggeblazen van het eerste kerstdiner dat ik hier meemaakte. Al die tafels waren tot in het detail gedekt, zelfs op de residentie was elke tafel alsof de residenten in een restaurant mogen dineren. Combineer dat met een driegangenmenu bereid door onze eigen fantastische keuken en je krijgt een belevenis die volgens mij nergens anders mogelijk is. Elke dag word je hier verrast als resident én als medewerker. Dit is voor mij ook een beetje een thuis en de kansen die ik hier krijg, zijn uniek. Ik ben heel blij dat ik hier werk en ik zie mezelf hier ook niet weggaan, zo simpel is het.”